Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Ervaringen met de beroepsgroepenregeling

Zorg- en onderwijsmedewerkers, die met spoed een woning zoeken, kunnen onder bepaalde voorwaarden voorrang krijgen bij de toewijzing van een huurwoning. De voorrangsregeling is één van de maatregelen die zijn ingesteld om de personeelstekorten in deze essentiële sectoren tegen te gaan. Door het woningtekort in Amsterdam is het immers erg moeilijk om een woning te vinden. De regeling heeft vanaf 2020 tot en met 2022 in totaal 749 woningacceptaties opgeleverd. In opdracht van de Directie Wonen deed O&S onderzoek naar de ervaringen met deze regeling onder verschillende belanghebbenden (kandidaten, werkgevers en woningaanbieders). Per 1 januari 2022 geldt de voorrangsregeling ook voor politiepersoneel, maar deze doelgroep was nog niet opgenomen in het onderzoek.

Hoofdpunten uit het onderzoek

  • Tevredenheid onder deelnemers aan de regeling
  • Werkgevers waarderen voorrangsregeling maar willen ruimer woningaanbod bij de regeling
  • Wens tot verruiming voorwaarden
  • Ervaringen van woningaanbieders; zij blijken vaak niet goed op de hoogte van de voorrangsregeling

Driekwart van de geënquêteerden die via de voorrangsregeling een woning kregen, menen dat het op deze wijze krijgen van een woning sterk heeft bijgedragen aan het blijven werken in het Amsterdamse onderwijs of de zorg. Zij menen dat zij zonder de voorrangsregeling (waarschijnlijk) niet aan een woning in Amsterdam waren gekomen. Eveneens driekwart is (zeer) tevreden over de toegewezen woning en de meeste wonen er nog steeds.

Werkgevers waarderen de voorrangsregeling, want de combinatie van weinig woonruimte en moeilijke (auto)bereikbaarheid van de stad maakt het erg lastig om personeel te vinden en te behouden. De kans op succes binnen de regeling wordt echter niet heel groot ingeschat gezien het beperkte aanbod van woningen. Werkgevers willen dan ook dat er meer woningen voor de regeling beschikbaar komen, vooral in de gebieden met de grootste personeelstekorten. Naast woonruimte spelen volgens de werkgevers ook andere factoren een rol om personeel aan te trekken en te behouden, zoals de roep om hogere salarissen en een lagere werkdruk en het heersende negatieve imago van werken in een grote stad als Amsterdam.

Uit groepsgesprekken met werkgevers en bemiddelde kandidaten komt de wens naar voren de regeling te verruimen, zodat er meer kandidaten uit de betreffende beroepsgroepen voor in aanmerking kunnen komen. Bijvoorbeeld naar mensen die maar weinig uren werken of nog geen vast contract hebben. Uit het gesprek met de woningaanbieders blijkt dat zij de keuze voor de drie beroepsgroepen niet helemaal begrijpen, omdat er immers ook in andere beroepsgroepen tekorten zijn.

Uit een gesprek met woningaanbieders kwam naar voren dat de werkwijze van de aanbieders nogal verschilt en dat de gemeentelijke procedure voor hen niet altijd duidelijk is. Zo is voor hen niet duidelijk wie er precies in aanmerking komen, welke voorwaardecontroles de gemeente uitvoert en hoe er omgegaan moet worden met weigeringen. Ook wordt de werkwijze van de gemeente door sommige omslachtig genoemd. Woningaanbieders geven ook aan dat de beschikbare woningen niet altijd goed aansluiten bij de wensen van de kandidaten. Kandidaten weigeren vaak en willen vaak wat grotere woningen in gewildere buurten.