De gemeente Amsterdam streeft naar een divers personeelsbestand. Daarom heeft de gemeente aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd om gegevens over de culturele diversiteit van haar medewerkers beschikbaar te stellen. O&S heeft over deze cijfers een rapportage gemaakt. Daarin komt naar voren dat de samenstelling van het personeel langzaam verandert.

Het CBS verdeelt de medewerkers in drie groepen: medewerkers met een Nederlandse herkomst, met een Europese herkomst (zonder Nederland) en met een Buiten-Europese herkomst. Iemand heeft als herkomstland Nederland wanneer die persoon zelf in Nederland geboren is én de beide ouders in Nederland geboren zijn. Iemand heeft geen Nederlandse herkomst wanneer de persoon zelf in het buitenland is geboren of tenminste een ouder in het buitenland geboren is.

Binnen de gemeente is het aandeel werknemers met een Buiten-Europese herkomst in vorig jaar licht gestegen. In 2023 ging het om 38 procent en in 2024 om 39 procent. Dat is ongeveer gelijk aan dat aandeel onder alle werkende Amsterdammers. Recente instromers hebben vaker een Buiten-Europese herkomst dan werknemers die al langer bij de gemeente werken.

Externe medewerkers en medewerkers met een tijdelijk contract hebben vaker een Buiten-Europese herkomst dan medewerkers met een vast dienstverband.

Daarnaast werken medewerkers met een Buiten-Europese herkomst in verhouding weinig in managementfuncties en hogere salarisschalen. In 2024 heeft 22 procent van de medewerkers in salarisschaal 12 of hoger een Buiten-Europese herkomst. Daarmee wordt het streefcijfer van 30 procent niet gehaald. In directies waar in verhouding veel medewerkers met een Buiten-Europese herkomst werken, zitten deze medewerkers het minst vaak in hogere salarisschalen.